Zoals ik hier eerder heb uitgelegd, kunnen we zeggen dat er twee soorten schrijvers bestaan, de intuïtieve schrijver en de rationele. Deze twee rollen zijn eigenlijk alleen maar een theoretisch model dat de werkelijkheid vereenvoudigt. We zouden dus idealiter deze twee model schrijvers hebben, die zich bevinden aan twee tegenoverliggende uiteinden van een lijn. Ze werken in tegengestelde manieren, en ze verlaten nooit hun eigen uiteinde van de lijn. En dan zouden er ook enkele miljoenen puntjes zijn die deel uitmaken van deze lijn vanaf de ene kant tot aan de andere, en elk van hen zou een mogelijke schrijver vertegenwoordigen. Sommige auteurs zijn comfortabel op het ene uiteinde, anderen voelen zich beter aan de andere kant. Sommige zijn soms rationeler en soms meer intuïtief. Sommigen beginnen intuïtief en werken daarna op een rationele wijze.
Het proces van de rationele schrijver wordt in talloze schrijfhandboeken goed beschreven, terwijl de intuïtieve schrijver slecht of niet eens beschreven wordt. Vandaag zal ik een poging wagen om hem te beschrijven. Een moeilijke opdracht, want de intuïtieve manier van schrijven is onmogelijk te vertalen naar een methode.
Om te beginnen, de intuïtieve schrijver denkt niet vooraf over zijn verhaal, hij schrijft het gewoon. Om met schrijven te beginnen, heeft hij alleen maar een vonk, een vaag idee, een zin, een gevoel, een intuïtie nodig. Iets heel moeilijks te definiëren, dan. Hij begint te schrijven omdat, terwijl hij schrijft, zijn creativiteit op zijn best is. Tijdens het schrijven creëert hij verbindingen en vind hij verhalen die goed passen bij die eerste vonk die hem in de eerste plaats tot het schrijven had aangezet.
Een intuïtieve schrijver kan pagina’s en pagina’s en pagina’s van een roman schrijven zonder een (schijnbare) richting te hebben, nog niet wetend waarom hij dat verhaal schrijft en niet een ander.
Hoewel ik denk dat er enkele intuïtieve schrijvers zijn die nooit stoppen om te evalueren wat ze hebben geschreven —want het hele verhaal als een ordelijk en bewerkbare wave uit hen komt—, ik denk ook dat de meeste intuïtieve schrijvers op een bepaald punt in het proces het nodig vinden om te recapituleren, om alles te lezen wat ze hebben geschreven, en beslissingen te nemen over welke richting het meest geschikt is voor het verhaal.
Want het schrijven zonder na te denken kan tot tal van mogelijke argumenten leiden, tot primaire en secundaire verhaallijnen, en hetzelfde schrijven kan een aantal daarvan versterken over de anderen. Maar er zal altijd een moment zijn wanneer de intuïtieve schrijver alles wat hij heeft geschreven rustig moet lezen om te onderscheiden welke verhaallijnen meer gewicht hebben genomen, en wat hij achter zou moeten laten, verwijderen, reserveren voor andere verhalen, omdat ze in het huidige project het verhaal naar te afgelegen plaatsen doen omleiden, te ver van het belangrijkste thema dat zich begint te definiëren.
Het is het moeilijkste moment van de intuïtieve schrijver: hij moet stoppen met het wanordelijk gieten van woorden om al wat hij heeft geschreven te sorteren.
Hij leest, herleest en verwacht dat elke nieuwe leesronde hem nieuwe ideeën zal geven om eindelijk een manier te vinden om de cirkel te sluiten, een manier om alles wat hij heeft geschreven zo te ordenen dat wat aan het eind blijft slechts een doel zal dienen: een verhaal vertellen dat van begin tot einde werkt.
En als hij bij dit laatste punt komt, zal hij het hele verhaal nog eens moeten heroverwegen. Tegen de tijd dat hij het thema, de reden, het centrale idee, of de sluiting van het verhaal beseft, moet hij controleren of alle verhaallijnen, alle personages, alle gedachten die hij had geschreven effectief gericht zijn op dat laatste punt. En dat betekent veranderen, verwijderen en herschrijven alles wat niet in dienst is van dat laatste punt.
Dit zou een manier zijn om het intuïtieve schrijfproces te beschrijven.
Dit betekent niet dat lerende schrijvers hoe dan ook op deze manier moeten schrijven, of dat ze —als het eerste wat in hun handen valt een artikel of een handleiding is die slechts de rationele schrijver in beschouwing neemt— het op een rationele manier zouden moeten doen. Het gaat om dat lerende schrijvers voor zichzelf moeten uitvinden wat hun methode is, ze moeten hun eigen manier ontdekken om een verhaal te vinden: door vooraf te denken of door vooraf te schrijven.
En een paar laatste opmerkingen:
Intuïtief of rationeel zijn bij het schrijven heeft niets te maken met het wel of niet methodisch en rationeel zijn in andere aspecten van ons leven. Ik ben bekend bij familie, vrienden en collega’s als een zeer methodisch (rationeel) iemand, bijvoorbeeld, bij werkzaamheden aan de administratie van de schrijfschool Laboratori de Lletres. En tegelijk ben ik helemaal intuïtief bij het schrijven.
Intuïtief of rationeel zijn bij het schrijven heeft ook niets te maken met discipline. Intuïtieve schrijvers hebben ook een strikte werkdiscipline nodig, om die eerste vonk te doen laten groeien tot een publiceerbare roman. Discipline bevindt zich niet in de ordelijkheid, in de planning, maar in het vermogen om te werken, in de toegewijde dagelijkse uren, hetzij door het schrijven van schema’s en synopsis of door het schrijven van tweeduizend woorden zonder te weten of deze twee duizend woorden tot aan de definitieve versie van het boek het zullen overleven of dat ze alleen zullen dienen om een beter idee te krijgen en ze uiteindelijk tijdens een latere leesronde in de prullenbak zullen belanden.
Zoals ik op de post Waarom schreef, gaat deze blog over twee zeer verschillende thema's: schrijven en het verlies van een ongeboren kind. Als je geïnteresseerd bent in beide onderwerpen, kunt je post na post lezen. Als je slechts over één van hen wilt lezen, raad ik je aan de juiste categorie te kiezen om de gewenste posts te filteren.
Schrijven: 'Schrijven'
Zwangerschapsverlies: 'Queralt'
Els premis es lliuraran el 18 de novembre i les obres premiades seran publicades per Edicions 64